Komkommersoepje met sardines

Rasp 1 komkommer.

Breng het vruchtvlees in een zeef en plaats er een kom onder om al het sap op te vangen.

Strooi wat zout over het vruchtvlees en laat uitlekken. Plaats aan de kant.

Af en toe kan je met een lepel het vruchtvlees wat aandrukken.

Neem de andere komkommer en snij er lange plakjes van met een mandoline.

Doe de plakjes niet te dun zodat de rolletjes straks stevig blijven rechtstaan.

Snij de sardines in kleine stukjes en doe in een kommetje.

Pers er een citroen over en kruid met peper en zout.

Voeg ook 3 el olijfolie en 1 kl balsamicoazijn toe.

Laat de sardines hierin marineren voor min 1 uur.

Schil ondertussen de wortelen en snij in fijne blokjes.

Laat de gelatine weken in een kom met koud water.

Als al het sap uit de komkommer is, breng je het komkommersap aan de kook.

Knijp de gelatineblaadjes uit en laat smelten in het warme komkommersap.

Neem 4 diepe borden en verdeel het komkommersap over de borden.

Plaats ze in de koelkast.

Maak rolletjes van de komkommerplakjes.

Zet deze recht in het komkommersoepje op de borden.

Vul de rolletjes met wat worteltjes, gemarineerde sardines en als laatste opnieuw wat worteltjes.

Maak 3 rolletjes per bord.

Leg op ieder rolletje een stukje sardine en werk af met iets groen (blaadje sla).

Druppel nog wat van de marinade van de sardines over het bord.

Serveer dit koel. Smakelijk!